Wat betekent databus?
Een databus is een systeem binnen een computer of apparaat, bestaande uit een connector of een set draden, dat zorgt voor het transport van gegevens. Samen met personal computers en andere hardware zijn er verschillende soorten databussen ontstaan.
Techopedia legt uit wat databus is
In het algemeen is een databus breed gedefinieerd. De eerste standaard voor databussen was 32-bits, terwijl nieuwere 64-bits systemen veel grotere hoeveelheden gegevens aankunnen. Andere databusbreedtes zijn 1-bit, 4-bit, 8-bit en 16-bit.
Een databus kan gegevens overbrengen van en naar het geheugen van een computer, of van en naar de centrale verwerkingseenheid (CPU) die fungeert als de “motor” van het apparaat. Een databus kan ook informatie overbrengen tussen twee computers.
Nieuwere, bredere databussen kunnen hogere bitsnelheden aan en de hoeveelheid gegevens die ze kunnen overdragen staat bekend als bandbreedte.
De snelheid waarmee informatie wordt uitgewisseld tussen componenten wordt geregeld door een buscontroller. Informatie die bijvoorbeeld van de CPU komt, zal altijd met een veel hogere snelheid worden verzonden dan gegevens die van andere componenten komen.
In een computer moet echter alles met dezelfde snelheid gaan en buscontrollers dienen hiervoor. Eerdere databussen van de eerste generatie hadden geen controller en bestonden uit eenvoudige bundels draden die het computergeheugen verbonden met de verschillende randapparatuur.
Een databus kan werken als een parallelle of seriële bus, afhankelijk van hoe de gegevens worden getransporteerd. Een parallelle bus wordt gebruikt in complexere verbindingen die meer dan één bit tegelijk moeten vervoeren. Bekende voorbeelden zijn PCI Express (Peripheral Component Interconnect) en SCSI (Small Computer System Interface) verbindingen. Gegevens worden over vele draden tegelijk getransporteerd.
Seriële bussen gebruiken een enkele draad om gegevens tussen componenten te verzenden en te ontvangen en bestaan meestal uit een relatief klein aantal draden, waardoor ze iets eenvoudiger zijn dan parallelle verbindingen. Bekende voorbeelden van een seriële bus zijn Universal Serial Bus (USB) en SATA-verbindingen (Serial Advanced Technology Attachment).
Elke computer bevat zowel interne (of lokale) databussen als externe databussen. Een lokale databus verbindt alle componenten van het moederbord, terwijl een externe bus het moederbord verbindt met elk ander randapparaat.
Het gebruik van de term “databus” in IT is enigszins vergelijkbaar met het gebruik van de term “elektrische busbar” in elektronica. De elektronische bus biedt een manier om de stroom over te brengen, ongeveer zoals de databus een manier biedt om gegevens over te brengen.
In de gecompliceerde computersystemen van tegenwoordig zijn gegevens vaak onderweg door verschillende onderdelen van het moederbord en de randapparatuur van de computer. Met nieuwe netwerkontwerpen stromen de gegevens ook tussen veel verschillende hardwareonderdelen en een breder bekabeld of virtueel systeem. Databussen zijn fundamentele hulpmiddelen voor het faciliteren van alle gegevensoverdracht die zoveel on-demand gegevensoverdracht in consumenten- en andere systemen mogelijk maakt.