Wat betekent een lokaal netwerk?
Een lokaal netwerk (LAN) is een computernetwerk binnen een klein geografisch gebied zoals een huis, school, computerlaboratorium, kantoorgebouw of groep gebouwen.
Een LAN bestaat uit onderling verbonden werkstations en pc’s die elk toegang hebben tot gegevens en apparaten, zoals printers, scanners en gegevensopslagapparaten. Deze kunnen dan overal op het LAN gedeeld worden. LAN’s worden gekenmerkt door hogere communicatie- en gegevensoverdrachtssnelheden. Daarnaast heeft het geen gehuurde communicatielijnen nodig.
Techopedia verklaart Lokaal Netwerk
In de jaren 1960 hadden grote hogescholen en universiteiten de eerste Local Area Networks (LAN). Halverwege de jaren zeventig werd Ethernet ontwikkeld door Xerox PARC (Xerox Palo Alto Research Center) en in 1976 in gebruik genomen. Chase Manhattan Bank in New York maakte in december 1977 voor het eerst commercieel gebruik van een LAN. Aan het eind van de jaren 1970 en het begin van de jaren 1980 was het gebruikelijk om tientallen of honderden individuele computers op dezelfde locatie te hebben. Veel gebruikers en beheerders voelden zich aangetrokken tot het concept van meerdere computers die dure schijfruimte en laserprinters deelden.
Vanaf halverwege de jaren tachtig tot in de jaren negentig domineerde Novell’s Netware de LAN software markt. Na verloop van tijd brachten concurrenten, zoals Microsoft, vergelijkbare producten uit. Dit leidde ertoe dat lokale netwerken tegenwoordig als basisfunctionaliteit voor elk besturingssysteem worden beschouwd.